Kerngegevens en bronnen:

Ze kwamen al eerder ter sprake maar hier worden de voornaamste gegevens voor het opbouwen van een stamboom, de kerndata, nader aan de orde gesteld. Welke persoonlijke gegevens behoren tot die categorie en waar of in welke bronnen zijn ze voor de genealoog terug te vinden?

Laten we ze duidelijk op een rij zetten:

de volledige voornamen, de achternaam (de familienaam), geboortedatum en -plaats, huwelijksdatum en -plaats, overlijdensdatum en -plaats, beroep(en) en woonadressen. Deze gegevens worden bewaard in civiele registers.

de volledige voornamen (de doopnamen), de achternaam (de familienaam), de doopdatum en -plaats (specifiek de naam van de kerk), de trouwdatum en -plaats (idem dito) en de begraafdatum en -plaats (idem dito). Deze data bevinden zich in kerkelijke registers.

Voor de 20e en 19e eeuw maken stamboomonderzoekers voor hun kerndata, normaliter, gebruik van twee civiele registers: de Burgerlijke Stand (BS) en de Bevolkingsregisters (BR). Deze registers worden op gemeentelijk niveau bijgehouden. De BS werd in Nederland ingevoerd in 1811; in delen van het zuiden van ons land was dat al vanaf 1796 het geval. 

De Burgerlijke Stand bevat akten van geboorte, huwelijk en overlijden. Daarnaast vindt men in de BS ook huwelijksaangiften, huwelijksbijlagen en akten van echtscheiding. Hier beperken we ons tot de eerste drie voor de genealogische kerngegevens.

Een geboorteakte bevat de voornamen en achternaam van de boreling, de geboortedatum en -plaats, en de namen van moeder en vader (de laatste kan met hoge uitzondering als onbekend worden opgegeven).

In een huwelijksakte is doorgaans de volgende basisinformatie voorhanden: volledige voornamen en achternamen van bruid en bruidegom, hun leeftijden en geboorteplaatsen of hun geboortedata en -plaatsen, de namen van hun ouders, de huwelijksdatum en -plaats, de eventuele beroepen van bruid, bruidegom en hun ouders. Bij hertrouwende weduwen en weduwnaars wordt gewoonlijk ook de naam van de overleden voormalige partner gegeven.   

Akten van overlijden bevatten de voornamen en achternaam van de overledene, de datum en plaats van overlijden, de leeftijd van de overledene, de namen van de ouders en de naam van de eventuele partner.

Naast de Burgerlijke Stand werden Nederlandse gemeenten vanaf 1850 verplicht om een Bevolkingsregister bij te houden. In een aantal plaatsen werd dat trouwens al wat eerder gedaan. Was (en is) de BS er met name voor het registreren van enkele cruciale momenten in het persoonlijke leven (geboorte, huwen en overlijden), het Bevolkingsregister (BR) is te beschouwen als een doorlopende boekhouding van de ingezetenen van een gemeente. Daarmee maakt een BR inzicht in de omvang en de samenstelling van een bevolking mogelijk (zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Bevolkingsregister).

Bevolkingsregisters hebben normaliter een indeling op basis van de woonadressen in de gemeente. Voor de genealoog kunnen het ware goudmijntjes zijn doordat ze per persoon een flink aantal gegevens bevatten: de voornamen, de achternaam, het geslacht, de positie van een persoon in het gezin (bijv. hoofd van gezin of dochter etc.), geboortedatum en -plaats, burgerlijke staat, kerkgenootschap, beroep, woonadres, datum van vestiging in de gemeente, vorige woonplaats, datum van vertrek uit de gemeente, waarheen vertrokken en de datum van overlijden.

Het mag uit deze opsomming duidelijk zijn dat de BS en de BR samen de belangrijkste bronnen vormen voor het bouwen van een stamboom in het Nederland van de laatste twee eeuwen. 

Komt men als stamboomonderzoeker wat verder terug in het verleden, vóór de invoering van de Burgerlijke Stand (1811),  dan zijn de kerkelijke registers de belangrijkste bronnen om uit te putten. Enigszins globaal gesteld: voor 1800 zijn genealogen voor de kerngegevens eerst en vooral op die registers aangewezen. 

Dopen, huwelijken en begrafenissen werden in alle christelijke kerkgenootschappen in akten vastgelegd. Vaak gebeurde dit in afzonderlijke registers. Deze doop-, trouw- en begraafboeken worden in het algemeen de DTB-registers genoemd. 

Doop- en Trouwboek, Arnhem Vertaling Latijnse tekst: `Van het jaar 1722 schrijf ik dat de voorouders worden geboren bij de doop en vermenigvuldigd in het huwelijk.' Oud-Nederlandse tekst: `Wie quam gnadig tot het leeven, wie aan christus wirt gegeven, wie 't huwelijk heeft verbonden, worden in dit boek gevonden.'

Van de meeste Protestantse gezindten (kerkgenootschappen) zijn de akten opgesteld in het Nederlands; in de Rooms-Katholieke registers zijn de akten daarentegen in het Latijn. In Joodse kerkgenootschappen komen akten in het Nederlands en in het Hebreeuws voor.

Gewoonlijk bevatten doopakten de voornamen en achternaam (familienaam) van de dopeling, de namen van de ouders en de namen van de doopgetuigen. De datum in een doopakte heeft betrekking op de doop, niet op de geboorte.

In trouwakten worden uiteraard de voornamen en achternamen van de bruid en bruidegom gegeven. Zeker bij vroege akten zijn vermeldingen van de respectievelijke ouders niet vanzelfsprekend. Getuigen worden normaliter wel genoemd.

Bij begraafakten kan de informatie nogal uiteenlopend zijn. In tijden van oorlog kan de opgave beperkt zijn tot bijvoorbeeld `een soldaat'; bij jongeren volstaat vaak de vermelding `een kind van [naam van de vader]'. Bij volwassenen geeft men doorgaans wel de voornamen en achternaam van de overledene en eventueel de naam van de echtgenoot/echtgenote.

De kerkelijke registers gaan, in het algemeen gesteld, terug in de tijd tot de vroege zeventiende eeuw: 1600-1630. Dit kan natuurlijk per gemeente verschillen.

Tot zover een korte uiteenzetting over de kerngegevens en hun bronnen.

Bewaarplaatsen:

Nu de kerndata en hun bronnen zijn geschetst, is het voor de stamboombouwer natuurlijk van belang waar dit alles is te vinden en in te zien. Daar is eigenlijk een heel kort en krachtig antwoord op te geven: in de Nederlandse archieven. Nederland beschikt over een groot aantal archiefinstellingen, zowel op gemeentelijk, regionaal, provinciaal als nationaal niveau. 

Sinds jaar en dag worden de bovengenoemde bronnen, de oude Burgerlijke Standen, de Bevolkingsregisters en de DTB-registers van de kerken in die archieven veilig (zo veilig mogelijk) bewaard. En in het verleden is er veel moeite gedaan om juist deze veelgebruikte bronnen beter toegankelijk te maken. Klappers, fiches met namen op alfabetische volgorde in kaartenbakken en indexen van allerlei aard moesten het werk van genealogen en andere onderzoekers gemakkelijker maken. Het staat ook buiten kijf dat deze hulpmiddelen de toegang tot de registers enorm verbeterden. En ook vandaag nog kan men de archieven bezoeken en aldaar de registers, klappers etcetera raadplegen.

De Nederlandse archieven hebben de laatste decennia echter een geweldige inspanning geleverd waardoor deze miljoenen data inmiddels centraal en digitaal beschikbaar zijn op de website WieWasWie.nl . Deze site is in vrij korte tijd uitgegroeid tot een van de allerbelangrijkste webadressen voor de genealogie in Nederland. De volgende link brengt u bij een korte uiteenzetting over de site.